Support

Installatieplaat

De basis installatieplaat moet minstens de volgende gegevens bevatten:

  1. Naam en adres of bedrijfslogo (beide mogen ook op de beschermfolie worden gedrukt)
  2. Kalibratie / ijkdatum (datum waarop W, K, L waarde is vastgesteld)
  3. Effectieve wielomtrek (L - Waarde) , maximaal 4 cijfers "l = ... mm"
  4. Kenmerkende coëfficiënt waarde (W-Waarde), maximaal 5 cijfers "W =  .... imp/km"
  5. Konstante waarde (K-Waarde), maximaal 5 cijfers "k = ... imp/km"
  6. Voertuig Registratie Nummer (VIN/VRN), 17 cijfers
  7. Tachograaf type, maximaal 10 cijfers
  8. Bandenmaat, maximaal 15 cijfers

 

Bij aanwezigheid van een slimme tachograaf dient de installatieplaat de volgende additionele gegevens te bevatten:

  1. Aan- of afwezigheid GNSS module;
  2. Serienummer DRSC en GNSS module;
  3. Serienummer(s) aangebrachte verzegelingen;
  4. De locatie van de bewegingssensor (Indien op andere plaats dan versnellingsbak)
  5. Slimme tachograaf versie 2: Standaard ladingtype van het  voertuig (Goederen / Passagiers / Niet-gedefinieerd ladingtype) 
  • Let op: Indien je nog een Gen2v1 werkplaatskaart hebt, kan de laadtype niet worden weggeschreven. Pas deze nog naar de juiste waarde aan voordat je het ijkcertificaat / installatieplaat aanmaakt.  

 

Indien een M1N1 adapter wordt gebruikt, dient de installatieplaat ook de volgende gegevens te bevatten:

  1. Serienummer van de M1N1 adapter
  2. De locatie waar de M1N1 adapter is geinstalleerd
  3. V-Signaal kabel kleur

 

indien één van de waarden van de installatiezegel wijzigt (sowieso bij herkalibratie) dient de installatieplaat vervangen te worden en beschermt te worden door een beschermfolie. Een beschermfolie is officieel niet nodig indien het op een dusdanige plek wordt geplaatst waarbij met zekerheid kan worden aangetoond en vastgesteld dat de installatieplaat,  en de daarop gedrukte informatie, op enige wijze niet verwijderd, beschadigd, vernietigt of onleesbaar kan worden gemaakt.