Support

DSRC test en serienummers uitlezen

 

Benodigdheden

DSRC Communicatietest:

  • 2910000985800 - DSRC-Meter (--> meer informatie: lees hier)
  • 2910002034200 - DSRC-Meter Statief (Optioneel)
  • 2910002038400 - DTCO 4.0 Licentie (gratis voor DTCO 4.0/4.1 Ready abonneehouders)

Serienummers externe DSRC-modules uitlezen (optioneel):

  • 2910002349400 - BlueCan / OBD licentie (gratis voor DTCO 4.0/4.1 Ready abonneehouders)
  • 2910002364000 - BlueCan kit (--> meer informatie: lees hier)

 

 Snel springen naar de juiste sectie:
1. DSRC Serienummers uitlezen
2. DSRC ijk testen
3. DSRC retrofit test

 

Uitlezen serienummers :

  • Bij VDO tachografen zit de DSRC-module intern (in de tachograaf). Het serienummer is identiek aan het serienummer van de tachograaf en wordt automatisch ingelezen.
  • Bij EFAS/Stoneridge is de DSRC-module extern.
    • Indien toegankelijk, moet het serienummer visueel worden uitgelezen en worden ingevoerd.
    • Indien niet toegankelijk, kan er gebruik gemaakt worden van de VDO BlueCan Kit. Hiermee kan zeker 30 tot 40 minuten per ijking aan tijd bespaard worden.

Werking:

Een externe DSRC-module kan op het voertuig  zowel op A-CAN als C-CAN worden aangesloten. Bij de BlueCan-kit  wordt een complete kabelboomaansluiting geleverd inclusief een schakelaar. Zowel de A-CAN als de C-CAN connectorkabels moeten worden aangesloten en met behulp van een microswitch kan geschakeld worden tussen beide CAN-bussen. Indien al van tevoren bekend is op welke CAN-bus de externe DSRC module is aangesloten, kan je de schakelaar direct op CAN1 (A) of CAN2 (C) gezet worden.


De slimme tachograaf MOET geactiveerd zijn (KITAS 2185 is dus gekoppeld) en er moet een werkplaatskaart in de tachograaf zijn geplaatst. Verder dient de tachograaf in zijn kalibratiemodus te staan. Dit gebeurt indien de werkplaatskaart minimaal 30 seconden lang ingevoerd is in de tachograaf.

De schermen hieronder leggen uit hoe dit in zijn werk gaat.

  1. Installeer de BlueCan volgens voorschrift en selecteer de juiste CAN bus (zie hierboven).
  2. De BlueCan is een bluetooth device. Koppel deze aan de WorkshopTab.  Indien juist gekoppeld, wordt op het scherm weergegeven dat de BlueCan verbinding heeft.

Fig 1 - BlueCan verbinding indicator

 

Indien de BlueCan verbinding heeft met de WorkshopTab, is het mogelijk om de serienummers uit te lezen in de DSRC testmenu's. 

Voorwaarde: De slimme tachograaf moet minimaal 30 seconden aan de volgende voorwaarden hebben voldaan voordat de CAN module gelezen kan worden:

  • De slimme tachograaf dient geactiveerd zijn
  • De slimme tachograaf dient in de kalibratiemodus te staan (dus werkplaatskaart ingevoerd)

Nadat aan bovenstaande voorwaarden is voldaan kunnen in het 'Lees Parameter' menu de externe DSRC-modulegegevens via de CAN worden uitgelezen.

Fig 2 - Uitlezen van (externe) DSRC CAN moduleparameters

 

Nadat de parameters zijn ingelezen, worden ze nog niet automatisch overgenomen, maar dient eerst gecontroleerd te worden of de waarden kloppen (lees: plausibel zijn, want de module zelf is niet toegankelijk).  De waarden worden getoond in de blauwe rechthoek. Indien dit de juiste waarden zijn, druk op de blauwe waarde om  ze over te nemen. De aanwezige waarden in de WorkshopTab worden daarmee overschreven.

 

Fig 3 - Overnemen van de gevonden waarden

 

 

DSRC Testen

Het plaatsen van de DSRC-apparatuur.
De zender en ontvanger van de DSRC-meter staan continu in stand-by mode om zo steeds beschikbaar te zijn voor wanneer de Workshop Tab aangeeft de DSRC-test te willen aanvangen. Alleen tijdens deze test is de DRSC-module actief.

Een aantal zaken om rekening mee te houden met betrekking tot de plaatsing:

  • De hoek tussen de DSRC-zender en ontvanger mag niet meer dan 45° zijn. Wordt de hoek te scherp, dan kan het zijn dat ze elkaar niet meer detecteren.
  • De DSRC-antenne voor in het voertuig wordt bevestigd in het midden van de voorruit. Dat kan zowel aan de boven- als onderzijde zijn. De opstelling van de DSRC meter moet beide plekken dus kunnen detecteren. Te dicht op het voertuig plaatsen kan tot fouten leiden.
  • Te ver weg van het voertuig plaatsen, zou tot communicatiefouten kunnen leiden. Bij gebruik van een rollenbank dient er dus gekeken te worden naar de meest optimale positie.
  • De DSRC-meter kan op een statief staan of op een standaard VESA-beugel gemonteerd worden.
  • indien de WorkshopTab is uitgerust met de laatste software, kunnen meerdere WorkshopTabs verbinding maken met de DSRC-meter (niet tegelijk). 

Er wordt hierbij aanbevolen om de DSRC-meter (idealiter) binnen een bereik van tussen de 4 en 8 meter recht voor het voertuig te plaatsen. Of in ieder geval binnen een zichthoek van 45°. Let op dat dit slechts een aanbeveling betreft. Pas de plek aan indien omstandigheden ertoe leiden dat het bereik toch niet afdoende is.

Waar wordt bij een schouwing op gecontroleerd?

De verordening, artikel 6.3,  verplicht dat de DSRC-meter tussen 2 en 10 meter vanaf het voertuig (locatie DSRC-antenne) geplaatst wordt. Dit wordt bij de schouwing gecontroleerd. Zorg er dus voor dat het altijd binnen dit bereik valt, met inachtname van de aanbeveling in de voorgaande paragraaf.  Voor een optimale DSRC-test wordt aanbevolen de DSRC-meter 4 tot 8 meter (binnen de grens van 45°, zie figuur hieronder) te plaatsen.  Continental adviseert de DSRC meter op tenminste 2 meter hoogte te plaatsen. 

 Fig 4  - aanbevolen plaatsing van DSRC-meter

 

Teststappen in de Workshop Tab

In het menu van de DSRC-testen zijn twee keuzes te vinden: ECHO Test en RTM Test. In de kalibratiewizard is de  keuze ECHO Test uitgeschakeld. om  de volgende reden.

ECHO Test: dit is een 'fabriekstest' en deze verstuurt honderd echoberichten om uit te zoeken hoe goed de verbinding is tussen de voertuig DSRC-module en de DSRC-meter. Bij deze test is het verstandig dit op meerdere plekken te onderzoeken. ECHO testen zijn belangrijk na het vervangen van de DSRC-module. Zie verder bij 'Retrofit'.

RTM Test: deze keuze is alleen mogelijk in de Kalibratiewizard. In de Europese verordening is vastgelegd dat zowel een ECHO- als RTM-berichtentest verplicht is. Kiest men de RTM-test dan wordt het volgende uitgevoerd:

Slimme tachograaf versie 1 (DTCO 4.0 en DTCO 4.0e):

  1. 1x Ping/echo test
  2. RTM berichtentest in de reeks RTM 1 t/m 19

 

Slimme tachograaf versie 2 (DTCO 4.1 ):

  1.  1x Ping/Echo Test
  2. RTM-berichtentest in de reeks RTM 1 t/m 19
  3. RTM-berichtentest in de reeks RTM 20 t/m 25

 

Indien succesvol is het resultaat op het testcertificaat : 'OK'.

 

 Fig 5 - RTM Test

 

DSRC Retrofit

Na een retrofit van de DSRC-module dient het voertuig opnieuw te worden geijkt (zie vorige sectie). Het wordt aanbevolen de retrofit betrouwbaarheid te controleren door DSRC-testen vanuit meerdere hoeken te controleren, voordat de voertuigkalibratie plaatsvindt. 

Plaatsing van de DSRC-antenne in het voertuig.

Bij nieuwe voertuigen valt dit onder de typegoedkeuring van het voertuig. Bij schade aan de voorruit of andere schade waarbij de antenne vervangen moet worden, zal vervangen van de antenne in de richtlijnen van de fabrikant te vinden zijn. Onderstaande informatie is ter kennisgeving hoe dit in de verordening is verwoord, vraag , bij twijfel, dit te allen tijde na bij de voertuigfabrikant.  In de WST zullen vanaf 2023 hulpinstructies bij retrofit beschikbaar komen zodat stap voor stap de retrofit kan worden uitgevoerd. Deze kan afwijken van de stappen hieronder.


De locatie van de DSRC-antenne is in de verordening redelijk generiek omschreven. Let wel op de hoek van de ruit en eventuele coating op de ruit die communicatie kan verstoren. 


De omschrijving in verordening luidt: "Zo dicht mogelijk in het midden achter de voorruit op een storingsvrije plek, waarbij de antenne evenwijdig aan het wegoppervlak geplaatst moet worden (dus: recht naar voren kijkend)."

Meer details zijn te vinden in de figuren hieronder.

Fig 6 - Plaatsing van de DSRC-antenne in het voertuig

 

DSRC Betrouwbaarheidstesten

Controlerende instanties zullen langs de weg staan of op een viaduct. Dit zal veelal onder een andere hoek zijn dan  de standaard opstelling van de DSRC-apparatuur in uw werkplaats.  Op basis van de in de verordening beschreven installatie, meethoeken en afstanden wordt aanbevolen in minstens 3 praktische hoeken, door middel van een ECHO-test, de installatie te controleren.  

  1. Plaats de DSRC-antenne op minimaal 2 meter hoogte links, rechts en recht voor het voertuig  op een afstand van ongeveer 8 meter (niet te dichtbij en volgens de verordening tot maximaal 10 meter). 
  2. Voer op de drie posities een ECHO-test uit
  3. De betrouwbaarheid van de de ECHO-test moet meer dan 90% bedragen.
  4. Bij een goed werkende installatie kunt u daarna het voertuig kalibreren.

 

Fig 7- Aanbevolen plaatsingen van de DSRC-meters na een retrofit.

Fig 8- Voer op  elke testhoek een echo-test uit.